Eens/oneens? Het Grote Obesitasdebat
Tijdens het Grote Obesitasdebat van november '23 stemden de deelnemers voor of tegen zes stellingen over obesitas. Daarna betoogden deskundigen waarom zij het eens of oneens waren en aansluitend mocht de zaal opnieuw laten weten of hun mening nog dezelfde was. Het leverde een avond op van de NVOO (Nederlandse Vereniging voor Overgewicht en Obesitas) waarin genuanceerd werd gedebatteerd en zorgvuldig werd geluisterd naar iedereen.
De 6 stellingen en de argumenten van de experts op het podium nog even op een rij:
De openbare ruimte moet zich meer aanpassen aan mensen met obesitas
EENS
Maartje Poelman, gezondheidswetenschapper en universitair docent aan de Universiteit Utrecht
‘We leven in een obesogene omgeving, waarin telkens ongezond voedsel aangeboden. Daardoor worden mensen elke dag verleid om meer te eten dan goed voor ze is. Je ziet dat ook gebeuren: in de jaren tachtig had 4% van de mensen overgewicht, intussen is dat aantal gestegen tot 50%.
Als ‘one size fits all’ niet langer past voor de meesten in een samenleving, moet je de fysieke omgeving veranderen. Dan moet je ervoor zorgen dat mensen die overgewicht hebben óók gewoon kunnen zitten in een stoel en de stoelzitting dus aanpassen.
Ook online moeten de beelden van inwoners kloppen. Er moeten normale beelden van mensen met obesitas worden getoond. Niet altijd iemand die te dik is met een hamburger. Anders krijgt de omgeving het idee dat mensen met obesitas lui zijn.
Het is niet ‘eigen schuld, dikke bult’; het is niet alleen de verantwoordelijkheid van het individu. Niet altijd is de oorzaak van overgewicht: ‘elk pondje gaat door het mondje’. Dat mensen te zwaar worden kan ook komen door een genetische afwijking of een ziekte. Die mensen wil je niet uitsluiten of stigmatiseren.’
ONEENS
Tanja Traag, hoofdsocioloog bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
‘Tegenwoordig hebben 2,2 miljoen mensen overgewicht. Zij nemen extra veel ruimte in en het inwoneraantal in Nederland ís al groeiende. Bemachtig nog maar eens een plekje in de trein of de bus. Er is dus letterlijk ruimtegebrek.
Het CBS heeft uitgevraagd hoe mensen aankijken tegen de leefstijl van de gemiddelde Nederlander. Daaruit blijkt dat mensen het iemands eigen verantwoordelijkheid vinden als diegene te zwaar is geworden. Als je overheidsbeleid wilt maken, krijg je dus niet iedereen mee. Al moet de overheid wel iets aan obesitas doen, vinden veel mensen volgens onderzoek.
Het doel van het Nationaal Preventieprogramma van de overheid is het aantal mensen met obesitas met de helft terugdringen. Als dat het doel is, kun je het dus niet met de stelling eens zijn.’
Een maagverkleining voor kinderen met ernstige obesitas is een goed idee
EENS
Ahmet Demirkiran, gastro-intestinaal en bariatrisch chirurg bij het Rode Kruis Ziekenhuis
‘Volgens het CBS heeft 20 tot 30% van de kinderen overgewicht. Deze kinderen hebben niet allemaal obesitas, maar een deel krijgt dat wel. En als iemand ernstig overgewicht heeft, is het heel lastig om weer terug te keren naar een gezond BMI. Kinderen met obesitas krijgen ziektes als slaapapneu en diabetes – de laatste aandoening maakt afvallen nog weer lastiger.
Er zijn meer gevolgen voor een kind met obesitas. Als tiener wordt het bijvoorbeeld gepest op school, zijn levensverwachting is korter, hij schaamt zich om met zijn lijf naar een vervolgopleiding te gaan. Ik denk dan: geef kinderen al eerder een kans om beter te worden.
Nu mag je pas vanaf achttien jaar geopereerd worden. Het is ook het eerste wat ze doen als meerderjarig zijn: aankloppen voor een operatie. Liever wil ik dat een jongere een goede stap durft te zetten in zijn nieuwe leven als adolescent.
Ik geef ze graag al jonger de kans om gezond te worden. In Amerika is tussen 1994 en 2016 onderzoek gedaan naar de effecten van allerlei aanpakken als de GLI (Gecombineerde Leefstijlinterventie), hulp aan de familie en psychische ondersteuning. Bij kinderen bij wie dat allemaal niet helpt, is een operatie effectief gebleken. Die kans gun ik kinderen in Nederland ook.’
ONEENS
Bibian van der Voorn, projectleider bij Care4Obesity van de Vrije Universiteit Amsterdam
‘Op dit moment bestaat de kans dat bariatrische chirurgie voor kinderen eerder vergoed gaat worden dan een complete, integrale aanpak voor ondersteuning. Terwijl kinderen zo’n brede aanpak verdienen. En het werkt. In 2018 hebben we de KNGG-aanpak (Kind naar Gezond Gewicht) gelanceerd, die is ontwikkeld door gemeenten, onderzoekers en professionals.
Nog steeds wordt die brede aanpak niet vergoed. Niet te bevatten. Zeker niet als dan wél wordt overwogen om een operatie te vergoeden.
Je moet toch eerst de onderliggende oorzaken in kaart brengen en weten wat een succesvolle behandeling in de weg zit? Want huisvestingsproblemen, stressvolle echtscheiding, schulden, hebben allemaal invloed op de leefstijl en opvoedsituatie van een kind. Daar moet je eerst passende zorg en ondersteuning voor regelen. Wij strijden voor financiering om dat te kunnen aanbieden. Weliswaar wordt de brede aanpak vanaf 2024 stapsgewijs ingevoerd, maar het is nog niet op korte termijn voor elk kind beschikbaar.
In de richtlijn voor zorgverleners in Amerika staat dat intensieve zorg mogelijk is vanaf twaalf jaar en ook dat een operatie en medicatie mogelijk is. Maar er staat óók de waarschuwing in dat kinderen op de nominatie staan voor een operatie meestal in sociaal ongunstige situaties zijn opgegroeid en minder toegang hadden tot zorg. Opereren mag dus geen short cut worden.
Verder speelt een ethisch punt. Een operatie brengt altijd risico's met zich mee. Voor volwassenen is de impact van een operatie al lastig in te schatten. Laat staan dat een puberbrein een onomkeerbare ingreep kan overzien. Het is onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om te stellen: zolang de brede aanpak niet goed is geregeld, zetten we zo’n ingrijpende behandeling niet in.’
Een suiker- en vettaks is betutteling
EENS
Judith Tielen, Tweede Kamerlid (VVD), opgeleid als geneeskundige
‘Keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid vind ik belangrijke waarden in een mensenleven en dus in de maatschappij. En gezond eten en bewegen helpt obesitas voorkomen. Dus denken mensen: als je ongezond eten duur maakt, kopen mensen er minder van. Ik vraag me af of dat waar is.
Andersom klopt het ook niet dat mensen gezonder gaan eten als het goedkoper is. Sterker, McDonalds heeft zijn Big Macmenu tussen 2022 en 2022 met 23% in prijs laten stijgen, maar er is geen menu minder verkocht. Een andere aanname die niet klopt, is dat mensen wel weten wat beter of lekker is. Maar als je mensen vooraf vertelt dat de soep minder zout is, vinden ze dat er zout bij moet. Zeg je niks en laat je ze proeven, dan vinden ze het prima.
Gezonder eten stimuleren lijkt me wel een goed idee. Ik vind dat samenleving en wet- en regelmakers zoals ik met fabrikanten in de gesprek moeten om eten gezonder te maken – minder vet, minder suiker, minder zout. De overheid moet alleen niet compleet gaan voorschrijven wat mensen wel of niet mogen eten. Een taks treft iedereen en de vraag is of dat nodig is voor elk mens én of het ook het beste werkt voor degene die wel stimulans nodig heeft. Er moeten betere methodes te verzinnen zijn om een gezond beweeg- en voedingspatroon te bevorderen. Daarom geloof ik niet in een taks en steek ik liever geld in gerichte en preventieve programma’s.’
ONEENS
Maartje Poelman, gezondheidswetenschapper en universitair docent aan de Universiteit Utrecht
‘Het woord betutteling wordt omschreven als een vorm van overdreven bemoeizucht waarbij de vrijheid, keuzes of verantwoordelijkheden van mensen beperkt worden onder het voorwendsel van het beschermen van hen. Is het overdreven bemoeizucht om een vet- en suikertaks in te voeren? Nou, als je je bedenkt dat 80% van het supermarktaanbod niet in de Schijf van Vijf voorkomt en 80% van de aanbiedingen ongezond zijn… Hoeveel keuzevrijheid heb je dan?
Zodra producten sterk bewerkt zijn, met veel suiker en vet, zijn ze goedkoper dan verse producten. Maar gaat de prijs met 10% omhoog, dan gaat de consumptie van die ongezonde producten ook met 105 omlaag, blijkt uit onderzoek. Dat is dus effectief. Niet gek dus dat de Wereld Gezondheidsraad (WHO) en onderzoekers adviseren om een taks in te voeren.
We eten 5.000 suikerklontjes per jaar en van onze gehele voedselconsumptie bestaat 13% uit suiker. De voedingsindustrie wil maar wat graag dat we blijven denken in termen van betutteling. Maar we moeten af van het denkbeeld dat obesitas een individuele verantwoordelijkheid is. Naast de taks moeten er ook een systeemaanpak komen, met een ban op kindermarketing en een subsidie op groente en fruit. Met een samenleving ingericht op gezonde keuzes, wordt dat ook de gemakkelijkste keuze.’
Bodypositivity stimuleert een ongezonde levensstijl
EENS
Bibian van der Voorn, projectleider bij Care4Obesity van de Vrije Universiteit Amsterdam
‘Allereerst: natuurlijk ben ik voorstander van diversiteit, op alle manieren. En ja, zelfs zorgverleners, ik ben zelf op onderzoek daarnaar gepromoveerd, hebben soms het idee dat mensen met obesitas geen doorzettingsvermogen hebben en lui zijn. Dus het is goed dat we ons bewust worden van de vooroordelen en stigma's.
En toch schuilt er een risico in sommige stromingen binnen de Body Positivity beweging. Die focussen op uiterlijke schoonheid en stellen: met een grotere omvang ben je ook mooi. Prachtig op zich, maar het zegt niets over gezondheid. Het gevaar van die stroming is dat er indirect een taboe komt te liggen op de gevolgen van obesitas. Gezond gedrag is dan opeens een alternatief waarvoor je meer moeite moet doen dan voor zelfacceptatie. Het gevaar is dat je daarmee ongezond gedrag normaliseert. Als je hulp zoekt vanwege je obesitas, zou je daarmee immers laten zien dat je geen goed zelfbeeld hebt of niet sterk in je schoenen zou staan.
Daarnaast veroorzaak obesitas niet alleen hart- en vaatziekten, diabetes en zelfs voortijdig overlijden, maar ook psychisch lijden. Overigens kun je het streven naar lekker in je vel zitten en kunnen doen wat je wilt, ook lichaamsneutraliteit noemen. Het lichaam moet dienen om te doen wat je wilt doen en de focus ligt niet langer ligt op hoe het eruit ziet. Daarom mogen we bodypositivity omarmen, maar tegelijk helpen om een gezonde leefstijl te bereiken.’
ONEENS
Larissa Verhoeff, ervaringsdeskundige, columnist en schrijver
‘Obesitas is een emotioneel probleem met psychische oorzaken. Als je ook nog wegneemt dat iemand positief over zijn lijf is, wat blijft er dan nog over? Van mijn lezeressen hoor ik wel eens dat mannen het in de slaapkamer heel fijn vinden dat hun vrouw wat voller is, maar haar nooit zouden durven meenemen op een businessmeeting. Ze schamen zich dood voor haar. Ik schrik van zulke verhalen.
Dat het streven niet moet zijn dat alleen dik mooi is, snap ik. Maar bodypositivity zoun ik nooit willen wegnemen. Het is zo belangrijk om, na jaren wanhopig diëten, pillen slikken, cursussen volgen, het idee kunt omarmen dat je ook mooi kunt zijn. Van al mijn afslankpogingen werd ik alleen maar zwaarder, tot ik op het punt belandde dat ik besefte: ik ben voller, maar goed genoeg. Pas toen ik een vorm van zelfliefde ontwikkelde, kon ik veranderen en ging ik niet langer van dieet naar dieet. En nu pas lukt het om gezonder te leven. De boodschap dat ieder mens er mag zijn zoals hij is, vind ik dus heel belangrijk.’
Medicatie voor obesitas moet door mensen zelf betaald worden
EENS
Tanja Traag, hoofdsocioloog bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
‘Het huidige Nationaal Preventieprogramma gooit rokers, drinkers en mensen met obesitas allemaal op één hoop. Als bijvoorbeeld specifieke medicatie voor obesitas onder de zorgverzekering valt, moet iedereen daaraan meebetalen.
De stelling gaat in feite over solidariteit in het zorgstelsel. Moet degene die een hogere ziektelast zelf veroorzaakt, waarmee de zorgkosten stijgen, daar meer aan meebetalen? Uit ons onderzoek blijkt dat een kwart van de Nederlanders zegt: ‘Mensen met obesitas moeten wat meer premie betalen.’ Gaat het om roken en drinken, dan vinden veel meer mensen dat deze mensen met een verslaving meer premie moeten afdragen,
Dit onderzoek stamt uit 2017. De coronapandemie heeft veel nadruk gelegd op de risico’s van obesitas. Misschien dat Nederlanders nu nog veel meer denken: eigen schuld dikke bult.’
ONEENS
Judith Tielen, Tweede Kamerlid (VVD), opgeleid als geneeskundige
‘Met elkaar betalen we 111 miljard euro aan zorgkosten. Net als elke andere politieke partij in Nederland vinden we solidair met elkaar zijn belangrijk. Dus hebben we afgesproken dat als de behandeling voldoet aan de zorgstandaard, dan komen de kosten in aanmerking voor vergoeding.
Obesitas wordt al jaren beschouwd als een ziekte. Dus, als daar een behandeling voor is volgens de standaard van de wetenschap en de praktijk, moet die vergoed worden. Vanuit de zorgverzekering die we allemaal betalen. Net als wanneer je kanker krijgt.’
Een arts mag alleen beginnen over mijn overgewicht als ik het aankaart
EENS
Larissa Verhoeff, ervaringsdeskundige, columnist en schrijver
‘Mijn vorige huisarts is er wel eens over begonnen, maar ik was er toen helemaal niet aan toe. En dan ga je met een rotgevoel weg. Persoonlijk krijg ik daar juist trek van. Ofwel, het werkt contraproductief.
Van lezeressen hoor ik schrijnende verhalen. Bijvoorbeeld dat ze bij ene fertiliteitsarts komen die gelijk begint over hun gewicht. Natuurlijk kan het daarmee te maken hebben, maar om er meteen mee te starten?
Ik ben er uiteindelijk zelf over begonnen bij mijn huisarts. Nu doen we het samen, we maken een plan, maken afspraken. Het samen doen maakt enorm uit. Ik zou zeggen: “Vraag eerst óf je het over gewicht mag hebben.” En heb het er dan met empathie over.’
ONEENS
Ahmet Demirkiran, gastro-intestinaal en bariatrisch chirurg bij het Rode Kruis Ziekenhuis
‘Als arts heb ik een eed afgelegd. Daarin beloof ik onder meer dat ten dienste van mijn medemens sta om hem of haar te helpen met ziekte en met ziekte voorkomen, lijden help verlichten en de patiënt geen schade doe.
In mijn spreekkamer zie ik regelmatig mensen met refluxklachten. Dat wordt veroorzaakt door een middenrifbreuk, waardoor de maag omhoog komt. Veel van deze patiënten hebben obesitas en er is een directe relatie tussen reflux en obesitas. Als ik de patiënt opereer, is de kans dat de klachten terugkomen bijna 100%. De oorzaak, obesitas, is immers niet weggenomen. Dus is het mijn verplichting en verdient de patiënt het dat ik zijn of haar overgewicht ter sprake breng.
Stel dat een patiënt bij me komt met een vraag over een moedervlek en ik begin over het gewicht. Ik kan me voorstellen dat diegene denkt: waarom begint hij daarover? Toch vind ik dat je dat moet kunnen bespreken. Natuurlijk wel op de juiste manier. En dat is niet met vingerwijzen. Ik vind dat een arts moet zeggen: “Ik zie dat er ook een ander probleem speelt en ik kan daarbij helpen.” Dat hoeft niet per se gevraagd te worden.
Daarnaast is er in het Preventieakkoord afgesproken dat artsen verplicht aan preventie moeten doen. Als arts hebben we dus naast de artseneed ook de politieke verplichting om te voorkomen dat iemand nog zwaarder wordt en een GLI, operatie of medicatie noodzakelijk is.’
Deel dit bericht via: